Ik ben mijn loopbaan ook
in Groningen begonnen. Ik heb hier Geneeskunde gestudeerd. Ik deed een deel van mijn coschappen op Curaçao. Daar leerde ik vanuit een heel ander perspectief naar gezondheid kijken. Het is voor een deel cultureel bepaald wanneer mensen zichzelf ziek vinden. Dat triggerde mij om huisarts te worden. Een huisarts heeft het meeste oog voor die contextuele en culturele verschillen.
Ik ben nog opgeleid
vanuit het idee dat wat je leermeester zegt waar is: authority driven. Dat is nu ondenkbaar, we werken evidence based, op bewijs gebaseerd. Als beginnende dokter was ik daar naar op zoek. Na mijn tijd op Curaçao ben ik eerst epidemiologie gaan studeren aan de London School of Hygiene & Tropical Medicine. Totdat ik vijf jaar later begon met de opleiding tot huisarts, heb ik onderzoek gedaan bij het Centrum voor Klinische Besliskunde van het Erasmus MC. Dat waren hele waardevolle jaren. Ik leerde er veel over het doen van onderzoek en hoe resultaten toe te passen in de dagelijkse praktijk.
Door mijn ervaring
met het doen van wetenschappelijk onderzoek, kreeg ik na de Huisartsopleiding de vraag of ik wilde promoveren. Dat kon ik doen naast mijn baan als huisarts. Tegenwoordig vragen we onze huisartsen in opleiding juist om te promoveren naast hun opleiding. Dat kon in mijn tijd nog niet, de opleiding parttime doen. Dat is nu veel beter georganiseerd en biedt meer kansen als je ook een gezin wilt stichten of andere interesses en ambities hebt.
Ik vind het huisartsenvak
het mooiste vak dat er is. Toch heb ik nooit fulltime als huisarts gewerkt. Ik ben altijd parttime onderzoeker gebleven. Het innoveren van het vak, door onderzoek te doen, vind ik erg leuk en ben ik goed in. Het leuke van werken als huisarts is het contact met patiënten. Je komt in gesprek met mensen, komt bij ze thuis en bouwt een vertrouwensband op. Je hebt te maken met mensen, niet met ziektes.
Goede eerstelijnszorg
is van groot belang voor de gezondheidszorg van een land. Als de huisartsenzorg goed op orde is, ervaren mensen een betere gezondheid en wordt de zorg goedkoper. Het zegt iets over de welvaart van een land. Ik vond het dan ook erg leuk om een aanbod te krijgen vanuit Groningen om hoogleraar te worden, zodat ik aan de ontwikkeling van die huisartsenzorg kon bijdragen. Er werken hier veel betrokken huisartsen die ook onderzoek doen. Ik kwam in een goed team van enthousiaste mensen terecht waarin de sfeer heel prettig is. Onze afdeling is niets zonder de honderden huisartsen in de omgeving die meewerken aan onderzoeken en opleidingen. We hebben met z'n allen echt een geweldig netwerk opgebouwd van enthousiaste huisartsen en mooie resultaten behaald.
De huisartsgeneeskunde is
de afgelopen jaren veranderd. Zo ben je tegenwoordig als praktijkhouder veel meer een ondernemer. Dit moet wel bij je passen. Daarnaast is er door de bezuinigingen en de beweging van ‘juiste zorg op de juiste plaats’ de afgelopen jaren veel zorg verschoven naar de eerste lijn. Als huisarts moet je andere kennis hebben en op een andere manier dokteren. Ook de manier waarop jonge mensen hun leven willen inrichten en de verwachtingen die patiënten hebben van hun huisarts, maken dat we op een andere manier naar onze zorg moeten kijken om de continuïteit te waarborgen. Dit betekent ook veel voor de opleiding en nascholing. Het is belangrijk dat we meebewegen met de dagelijkse praktijk.
Als jezelf respecterend vak
moet je je ook blijven baseren op wetenschappelijke feiten. Feiten die laten zien dat de zorg werkt. Die feiten moeten worden verzameld door onderzoekers. Niet alle huisartsen moeten daarom onderzoeker worden, maar we moeten ze er wel voor blijven interesseren en opleiden. Als je niet blijft vernieuwen en onderzoeken, bloedt ons vak dood. Binnen onze afdeling hoop ik dit te bewerkstelligen door huisartsen in opleiding, onderzoekers, docenten en huisartsen in de praktijk met elkaar te laten samenwerken. Elkaar te leren kennen. Op die manier versterken we elkaar.
Landelijke samenwerking
tussen universitaire afdelingen op het gebied van wetenschappelijk onderzoek was tot voor kort niet erg vanzelfsprekend. In de afgelopen jaren is er echter een beweging op gang gekomen waarin we elkaar steeds meer zijn gaan ondersteunen. Er wordt ook vanuit de overheid meer waarde gehecht aan onderzoek op het gebied van eerstelijnsgeneeskunde. Dit jaar kunnen we namelijk door een subsidie van de Nederlandse organisatie voor gezondheidsonderzoek en zorginnovatie ZonMW een enorme boost geven aan het Consortium Onderzoek Huisartsgeneeskunde. Dat gaat ons enorm vooruit helpen.
Ik heb nog anderhalf jaar
tot mijn pensioen. Ik ga in die tijd alleen nog onderzoek doen. Ik zit er stiekem al wel weer over na te denken om na mijn pensioen nog een beetje te dokteren. Ik heb nog wat in te halen als huisarts!