Via een bekende ben ik bij de vacature van het UMCG terecht gekomen
Ik heb in Utrecht gestudeerd en tijdens mijn studietijd had ik al wat onderzoeksprojecten gedaan, ook op het gebied van infectieziekten. Een van de arts-assistenten die ik kende van mijn co-schappen en met wie ik een review had geschreven, kende de output van de groep hier in Groningen en wees mij op de vacature. Ik ben hier toen gaan praten en dat beviel zo goed dat ik de stap heb gewaagd om voor deze baan hier naar toe te verhuizen.
De afdeling waar ik heb gewerkt is de afdeling Stolling
Daar heb ik onderzoek gedaan naar trombose, een ziekte waarbij er sprake is van teveel stolling. Dat werk heb ik gecombineerd met patiëntenzorg. Op de polikliniek zag ik patiënten met stollingsproblemen, breder dan alleen maar trombose. Daar kwamen ook de patiënten met bloedingsproblemen langs. Daarnaast deed ik ook patiëntenzorg in de kliniek waarbij we als consulent fungeerde voor alle stollingsproblemen in het UMCG. Ik heb dus onderzoek en patiëntenzorg gecombineerd.
Het waren afwisselende dagen afhankelijk van de taak op die dag
Eén keer per week heb je een dagdeel spreekuur en zie je de polipatiënten. De rest van de dag ben je bezig met het uitwerken van de poli die je hebt gedaan. Alle polipatiënten worden een aantal keer per week plenair besproken. Voor iedere bespreking bereid je je eigen polipatiënten voor. En als je bijvoorbeeld consulten hebt op een dag in de kliniek, dan is het wat de pieper de dag brengt. Aan het einde van de dag draag je dan over aan de avonddienst of je neemt de dienst mee naar huis en heb je die avond en de nacht bereikbaarheidsdienst. De dagen dat je bezig bent met het onderzoek zijn kantoordagen en deel je zelf in.
Wat hier met name leuk was, zijn de korte lijnen
Het is een vrij kleine groep waar je in werkt, maar buiten deze groep zijn er veel samenwerkingsverbanden met andere groepen. Omdat je dus ook patiëntenzorg doet, werk je ook veel samen met verpleegkundigen en de hematologen die zich richten op de stollingsziekten. Zij zijn ook allemaal tegelijkertijd weer deels betrokken bij je onderzoek. Dus het is heel makkelijk om contacten te leggen en het is heel fijn om samenwerkingen op te bouwen. Ook buiten het professionele om bouw je een band met elkaar op; dat kleinschalige maakt dat heel goed mogelijk.
Het was een klein en betrokken team waarin ik werkte
In het team waren er 3 hematologen die de supervisie deden voor de patiëntenzorg en 2 verpleegkundigen met wie je samenwerkt. En dan was er nog een collega arts-onderzoeker die eigenlijk dezelfde taken had als ik. Voor het onderzoeksdeel waren er mede promovendi die niet meer in het UMCG werkten waar je ook nog samenwerkingen mee had, mijn promotor en dan nog mijn co-promotor die niet hier in het ziekenhuis werkt maar bij de trombosedienst. Het is een groot netwerk en de sfeer is heel open. Ik heb altijd ervaren dat je kunt zeggen wat je denkt. Dat is heel fijn. En je kunt altijd ideeën opperen. Dat brengt heel veel nieuwe ideeën voor het onderzoek voort en daar leer je veel van.
De combinatie tussen patiëntenzorg en onderzoek maakt het werk bijzonder
Deze combinatie is niet een constructie die vaak wordt aangeboden. In ieder geval niet zo expliciet en zo structureel dat je dat met beide kan combineren. Het biedt de mogelijkheid om met 1 voet in de patiëntenzorg te blijven staan. De manier waarop de patiëntenzorg en de supervisie hier geregeld is, is heel fijn en ook best wel nauw. Door de plenaire besprekingen waar alle patiënten besproken worden, zitten er ook heel veel onderwijsmomenten in de begeleiding voor de patiëntenzorg die je doet. Dat maakt het heel leerzaam. Ik heb dat als erg prettig ervaren omdat het helpt in je vorming als arts en je de feeling houdt. Dat is ook een van de overwegingen geweest dat ik hier naar toe verhuisd ben omdat hier dus de mogelijkheid was om onderzoek te combineren met patiëntenzorg. Het maakt het onderzoek ook levendiger omdat je je eigen vraagstukken terug ziet in de praktijk. En je doet daar ook inspiratie uit op. Je ziet nieuwe vraagstukken op de werkvloer ontstaan waaruit je zelf weer een mooie vraag voor het onderzoek kan formuleren.
Binnenkort ga ik promoveren
In het eerste jaar begin je aan een heel groot project waarbij het een beetje lastig is om je voor te stellen wat daar nu uit gaat komen. Gaandeweg rond je steeds meer dingen af en zie je het boekje steeds meer vorm krijgen. Het werk van de afgelopen 4 jaar wordt dan een beetje tastbaar. Dit boekje als eindproduct waar ik 4 jaar aan heb gewerkt, dat is denk ik waar ik het meest trots op ben.