Er leiden verschillende wegen naar het UMCG…
Na de HAVO wist ik niet goed wat ik wilde gaan doen, vertelt Inge. Na een aantal jaar als secretaresse gewerkt te hebben, ben ik begonnen aan HBO Verpleegkunde. Dit was leuk, maar de langere zorg voor patiënten sprak mij minder aan. In een studiekeuzetest kwam vervolgens de functie van laborant Klinische Neurofysiologie (KNF) naar voren; voor mij volledig onbekend. Na op een open dag bezocht te hebben van het UMCG, waarbij ik op de afdeling heb mogen kijken, werd ik enthousiast. Daarom heb ik gesolliciteerd op de vacature voor het studententraject. Ondertussen werk ik al meer dan 10 jaar bij het UMCG.
Ook ik heb eerst totaal iets anders gedaan en kwam hier eigenlijk per toeval, zegt Pieter. Ik werkte als changemanager bij een groot zuivelconcern, maar kon mij niet goed meer vinden in de werkzaamheden die ik deed. Toen ze thuis aan mij vroegen: ‘Wanneer kom je weer eens gezellig naar huis?’ was dat voor mij een trigger om iets anders te gaan doen. Na een aantal gesprekken met verschillende mensen, kwam ik er op uit dat ik onderzoek doen heel leuk vind, gecombineerd met directe patiëntenzorg. Ik zocht naar functies die hierbij aansloten en kwam een vacature van het UMCG tegen. Toen ging het snel, twee weken later ben ik aangenomen als student laborant KNF. Dit is iets langer dan 4 jaar geleden en ik hoop binnenkort het studententraject af te ronden.
Jeroen is als ervaren laborant bij het UMCG begonnen: ik heb in verschillende ziekenhuizen gewerkt voordat ik in Groningen terecht kwam. Ik woonde samen met mijn vriendin in Amsterdam en we wilden graag ergens anders gaan wonen. Omdat mijn vriendin een echte ‘stadjer’ is, kwamen we veel in Groningen en daardoor was ik al bekend met het UMCG. Als KNF laborant kijk ik snel naar nieuwe uitdagingen en ik wilde graag in een academisch ziekenhuis werken. Er gebeurt hier veel op het gebied van wetenschappelijk onderzoek en er is een groot neuromonitoring team. Het imago van het UMCG en dat hier zo veel gebeurt trok mij enorm aan. Het is toch de grootste werkgever van het Noorden en ik hoorde veel positieve verhalen van anderen. Ik werk hier nog vrij kort. Ik ben midden in de eerste coronagolf begonnen, dus dat is wel een raar begin.
Als KNF laborant
werk je op de afdeling KNF. We hebben hier verschillende onderzoekskamers waar we onderzoeken uit kunnen voeren, maar we gaan ook naar (verpleeg)afdelingen toe, vertelt Jeroen. Onderzoeken die we uitvoeren zijn bijvoorbeeld EEG onderzoek, waarbij we de hersenactiviteit van een patiënt bekijken, maar ook zenuwgeleidingsonderzoeken en EP onderzoek en meer. Het werken op verschillende afdelingen, waaronder de diverse Intensive Cares, maakt het werk leuk en divers. Je weet niet of je een patiënt treft van 90 jaar of van 6 dagen, het kan allebei. Daarnaast staat er altijd één laborant klaar voor spoedgevallen.
Ook doen we vaatonderzoeken in de halsslagader bij patiënten die een TIA hebben gehad of andere klachten hebben, vult Inge aan. Op de OK’s doen we neuromonitoring, ook heel interessant. Hierbij bewaak je de neurologische functies tijdens een operatieve ingreep die wordt uitgevoerd door bijvoorbeeld een neurochirurg, vaatchirurg of orthopedisch chirurg. Je hebt hierbij nauw contact met het team op de OK.
De afdeling is in ontwikkeling
en dat heeft diverse oorzaken, vertelt Inge. Toen ik hier begon met werken had ik meer collega’s dan nu. Dit betekent dat we een goede onderverdeling moeten maken in wie, welke onderzoeken doet.
Daarnaast doen we hier steeds complexere onderzoeken, omdat de basiszorg naar perifere ziekenhuizen gaat. Door die complexiteit in de zorg en de afwisseling in het werk, blijft de functie voor mij uitdagend. Het werk op onze eigen afdeling is bijvoorbeeld heel anders dan het werken op de OK, waar we samenwerken met een chirurg en het anesthesieteam.
We denken als team mee met de hoofdlaborant en het nieuwe medisch hoofd over plannen en trajecten om te kijken hoe we dingen kunnen verbeteren, vult Pieter aan. Er wordt ons echt gevraagd hoe wij als team de KNF zien en hoe we onze werkzaamheden vorm willen geven. Het is fijn om hierbij betrokken te worden en dit biedt veel mogelijkheden voor de toekomst.
De sfeer onder collega’s
is gezellig en collegiaal, zegt Jeroen. Als er spoed is komen de laboranten even bij elkaar om te overleggen hoe we het onderzoek het beste kunnen aanpakken. En we kijken altijd hoe het bij de collega’s gaat en of er iemand hulp nodig heeft wanneer je zelf even geen patiënt hebt, dat is heel fijn. Als je een weekenddienst hebt gewerkt, laat je daarna altijd aan je collega’s weten of er iets gebeurd is dat belangrijk is.
Ik ben het met Jeroen eens, zegt Inge. Iedereen is heel flexibel en staat voor elkaar klaar. We hebben ook een afdelingsassistent die kan helpen. Wanneer we naar een IC gaan en de drukte laat het toe dat we met z’n tweeën gaan, dan gaan we altijd samen.
Wat ook leuk is, is dat er elk halfjaar een student van de Hanzehogeschool komt stagelopen, zegt Pieter. Dit zijn studenten van de MBRT opleiding, waar sinds kort een uitstroomrichting KNF is. Het begeleiden van een student laat je zelf ook nadenken over waarom je dingen op een bepaalde manier doet. En je kunt ze enthousiast maken voor het vak!
Voor mij is mijn werk bijzonder
door het contact met de patiënten, zegt Pieter. We hebben niet heel lang contact met een patiënt, maar wel dusdanig dat gesprekken soms verder gaan dan bijvoorbeeld het weer. Om het onderzoek goed te doen moet ik soms ook persoonlijke vragen stellen, om dingen te weten te komen die het onderzoek kunnen beïnvloeden. Als ik bijvoorbeeld een EEG draai en ik heb vooraf gelezen dat de patiënt bekend is met middelenmisbruik, dan is het van belang te weten of dat nog steeds speelt. Dit maakt het voor mij heel anders dan alleen maar het onderzoek doen. Daarnaast is het prettig om patiënten duidelijkheid te kunnen geven. Soms lopen patiënten jaren met klachten rond, waarbij niet duidelijk is wat er aan de hand is. Hoe vervelend sommige uitslagen soms zijn, voor de patiënt is het belangrijk om te weten wat er aan de hand is.
Wat ik heel leuk vind, is dat je bij veel onderzoeken direct het resultaat ziet, vertelt Inge. Ik kan dan zelf beoordelen of er een afwijking is of niet. Ik denk mee en beoordeel of er een KNF arts ingeschakeld moet worden. Ook de diverse patiëntencategorieën maakt mijn werk bijzonder.
Ik kan met mijn onderzoek echt het verschil maken, zegt Jeroen. Wanneer ik een oorzaak vind van klachten en de patiënt knapt vervolgens op; dat is echt het allerleukste aan het werk.
Verder is het werken met kinderen uitdagend en het vergt enige creativiteit. Voor bepaalde onderzoeken moeten ze een half uur stil zitten. Spelenderwijs probeer ik dan tot een optimaal onderzoek te komen.
Dat het heftig kan zijn herken ik wel, vertelt Pieter. Toen ik hier nog maar kort werkte moest ik een EEG onderzoek doen bij een patiënt die een zeer ernstig ongeluk had gehad. De arts heeft toen de patiënt na diverse uitgebreide onderzoeken hersendood verklaard. Dat heeft mij toen best van mijn stuk gebracht. Gelukkig kon ik op de afdeling direct mijn verhaal kwijt en werd ik opgevangen door collega’s.
En het studententraject?
Hoewel we op dit moment vooral op zoek zijn naar ervaren KNF laboranten, is starten in een studententraject ook regelmatig een optie, zegt Inge. In dit traject ga je direct fulltime aan het werk en volg je een studie via de LOI. Het is veel zelfstudie en er zijn een aantal contactdagen. Omdat je meteen aan het werk bent, leer je veel. Je wordt direct meegenomen in het team en krijgt al vrij snel zelfstandigheid. Maar het kan best pittig zijn, werken en studeren tegelijk.
Jazeker, zegt Pieter. Het studeren naast het werk heeft een vrij grote impact op mijn leven, het is een volledige HBO studie in drie jaar gestopt. Maar het is het zeker waard!